Interoperabel Europa: veelgestelde vragen
Wat houdt de Verordening Interoperabel Europa in ?
De Verordening Interoperabel Europa biedt een wettelijk kader voor het verbeteren van grensoverschrijdende gegevensstromen. Om deze zogenaamde grensoverschrijdende interoperabiliteit te verbeteren is er met de verordening nu een wettelijke verplichting voor publieke instellingen in de Europese Unie om interoperabiliteitsbeoordelingen (interoperability assessments) uit te voeren. Daarnaast wordt een Interoperabel Europa-raad (IEB) opgericht en wordt er werk gemaakt van meer steun voor de lidstaten op vlak van innovatie en beleid.
Wat zijn de voordelen van de Verordening Interoperabel Europa ?
De verordening moet fragmentatie en silovorming verminderen en het aanbod en gebruik van digitale overheidsdiensten in de EU ten goede komen. Verbeterde interoperabiliteit in de EU heeft het potentieel om tot 5 miljard euro per jaar te besparen.
Wat is de rol van de FOD BOSA ?
De FOD BOSA is het nationaal contactpunt voor de Verordening Interoperabel Europa in België. Dit betekent dat de FOD BOSA instaat voor de coördinatie van de afhandeling van vragen met betrekking tot de verordening gesteld door Belgische administraties. De FOD BOSA zal Belgische publieke entiteiten op hun vraag helpen met het opstellen en aanpassen van interoperabiliteitsbeoordelingen. Daarnaast wil de FOD BOSA het delen en hergebruik van interoperabiliteitsoplossingen op het Interoperable Europe Portal bevorderen.
Wie zetelt er in de Interoperabel Europa Raad (IEB) ?
In de IEB zetelen vertegenwoordigers van de Europese lidstaten en de Europese Commissie. Het Europees Comité van de Regio's, het Europese Cyberveiligheidsagentschap ENISA en het Europees Cybersecuritynetwerk (Cybersecurity Competence Centre) worden uitgenodigd als observatoren. De FOD BOSA vertegenwoordigt België in de IEB.
Wat zijn interoperabiliteitsbeoordelingen (interoperability assessments) ?
Een interoperabiliteitsbeoordeling is een hulpmiddel voor openbare diensten om in te schatten in welke mate de dienst in kwestie al voldoet aan interoperabiliteitsvereisten. Men kan dankzij de interoperabiliteitsbeoordeling ook op de hoogte worden gebracht van bestaande oplossingen en deze inzetten, waardoor mogelijke kosten en complexiteit tot een minimum worden herleid. De Verordening Interoperabel Europa omvat de minimumvereisten voor het uitvoeren van een interoperabiliteitsbeoordeling in artikel 3 en de bijlage bij de verordening.
Wie moet een interoperabiliteitsbeoordeling uitvoeren ? En wanneer ?
Alle publieke instellingen in de lidstaten en van de Europese Unie moeten een interoperabiliteitsbeoordeling uitvoeren voorafgaand aan nieuwe of substantieel gewijzigde bindende vereisten met betrekking tot trans-Europese digitale overheidsdiensten die een effect hebben op grensoverschrijdende interoperabiliteit.
Hoe moet ik een interoperabiliteitsbeoordeling uitvoeren ?
Lidstaten zijn vrij om te kiezen op welke wijze ze de interoperabiliteitsbeoordeling wensen uit te voeren, maar voor advies kan men terecht bij de nationale coördinator. Voor België is dat op de website www.belgif.be. De verordening verplicht echter wel het elektronisch publiceren van de beoordeling in de vorm van een rapport. Minstens deze aspecten moeten opgenomen zijn in het rapport:
- Algemene informatie
- Entiteit van de Unie of openbare lichaam die het verslag en andere relevante informatie verstrekt
- Betrokken initiatief, project of maatregel